Blog
Waarom jouw lichaam de coach tegenspreekt: 4 verrassende waarheden uit de schaatsbiomechanicaInleiding: de Zoektocht naar de perfecte techniek
We hebben allemaal een beeld van de perfecte atleet. Of het nu gaat om een schaatser, een tennisser of een hardloper, we geloven vaak in een ideaalplaatje: die ene, perfecte techniek die de sleutel is tot succes. Coaches prediken het, sporters streven ernaar en analyses worden erop gebaseerd. Maar wat als dit ideaal helemaal niet bestaat? Wat als de zoektocht naar die ene, universele stijl niet alleen inefficiënt is, maar zelfs schadelijk?Dit is precies het uitgangspunt van de ActionTypes® Benadering, een methode die onthult dat elke sporter een uniek, aangeboren patroon van bewegen heeft. Het is geen kwestie van goed of fout, maar van wat natuurlijk is voor jouw lichaam. In dit artikel duiken we in de meest verrassende en impactvolle inzichten uit deze benadering, die direct ingaan tegen veel conventionele wijsheden over training en techniek. Bereid je voor om je kijk op topprestaties voorgoed te veranderen.
1. De Gevaarlijke Mythe: Er Bestaat een 'Ideale' Schaatsstijl
Het meest fundamentele inzicht is misschien wel het meest schokkende: de 'ideale' schaatstechniek is een mythe.
Ieder lichaam is neurologisch en motorisch uniek georganiseerd. Een
techniek die voor de ene wereldkampioen perfect werkt, kan voor een
ander juist prestaties blokkeren. Het proberen te kopiëren van een stijl
die niet bij je past, leidt tot een "storing in de sensorimotorische
intelligentie".Je
lichaam wordt gedwongen om te compenseren voor de onnatuurlijke
beweging. Dit leidt niet alleen tot onnodige spierspanning en
inefficiëntie, maar verhoogt ook de kans op blessures. Oude pijntjes en
zwakke plekken, het zogenaamde "oud zeer", kunnen plotseling weer de kop
opsteken omdat het lichaam onder onnatuurlijke stress wordt gezet. De
focus moet daarom niet liggen op het imiteren van een ander, maar op het
versterken van je eigen, intrinsieke bewegingspatroon.Het
dwingen van een sporter in een niet-natuurlijke bewegingsstijl creëert
een storing in de sensorimotorische intelligentie, wat leidt tot de
noodzaak van compensatie. Deze compensatie is een directe oorzaak van
onnodige spanning en kan bijdragen aan blessuregevoeligheid...
2. Top-Down versus Bottom-Up: waar begint jouw beweging echt?
Niet elke beweging begint op dezelfde plek. Dit onderscheid tussen 'S-Types' en 'N-Types' heeft enorme gevolgen voor de schaatshouding, techniek en zelfs materiaalkeuze.De S-Type (Sensing) schaatser is een 'Bottom-up' beweger. De beweging start bij de extremiteiten: de voeten en onderbenen. Voor hen is de enkel een actieve regulator die constant contact en druk met het ijs zoekt. Een diepe enkelbuiging (dorsiflexie) is essentieel om het scheenbeen (tibia) correct uit te lijnen. Aangezien de tibia het primaire gewichtdragende bot is, zorgt deze uitlijning ervoor dat de 'Bottom-up'-kracht vanaf het ijs optimaal wordt overgebracht. Zij 'voelen' de beweging vanaf de grond omhoog.De N-Type (iNtuition) schaatser is daarentegen een 'Top-down' beweger. De initiatie komt vanuit de romp of zelfs het hoofd, en de benen en voeten volgen deze beweging. Voor hen is de enkelbuiging een passief gevolg van de positie van de heupen en het bovenlichaam. De enkel past zich aan de grotere beweging aan, in plaats van deze te sturen.Dit inzicht is cruciaal. Een N-type dwingen om een diepe, gefixeerde enkelhoek aan te nemen – een typische S-type techniek – blokkeert hun volledige natuurlijke bewegingsketen. Het resultaat is een stijve, geforceerde en inefficiënte schaatsslag. Dit vertaalt zich zelfs naar het materiaal: S-types hebben baat bij een stijve, responsieve schaatsschoen voor precieze feedback, terwijl N-types juist gebaat kunnen zijn bij meer flexibiliteit rond de enkel om hun vloeiende, top-down beweging niet te hinderen.
3. 4 Funcionele motorische stijlen; in welke herken jij jezelf?
Je cognitieve en functionele voorkeuren vertalen zich direct naar een herkenbare stijl op het ijs. De vier functionele procesparen (ST, SF, NT, NF) uit de ActionTypes benadering manifesteren zich als vier verschillende motorische profielen, elk met hun eigen kracht en valkuil.
• ST (De Objectieve Machine): Focust op mechanische efficiëntie. De bewegingen zijn strak, reproduceerbaar en gericht op meetbare data zoals exacte hoeken en drukcurves. ◦ Valkuil: Rigiditeit. De sterke focus op data kan ervoor zorgen dat ze het grotere, vloeiende patroon van de beweging uit het oog verliezen.
• SF (De Praktische Ondersteuner): Zoekt naar ritmische perfectie en harmonie. De stijl is vloeiend, bijna dansend, en sterk afhankelijk van het 'juiste gevoel' en comfort in de beweging. ◦ Valkuil: Kan objectieve, harde data negeren ten gunste van een subjectief gevoel of de mening van een vertrouwde coach.
• NT (De Strategische Architect): Benadert de schaatsslag als een wetenschappelijke formule die systematisch geoptimaliseerd kan worden. Deze schaatser is analytisch en blinkt uit in het toepassen van complexe, theoretische principes. ◦ Valkuil: Kan vast komen te zitten in de eigen 'mentale blauwdruk' en praktische details negeren die niet in het theoretische model passen.
• NF (De Expressieve Potentieel-Ontwikkelaar): Zoekt naar dynamische expressie in de beweging. De techniek is vaak flexibel en onconventioneel. Deze schaatser reageert uitzonderlijk goed op beelden en metaforen om het eigen potentieel te ontsluiten. ◦ Valkuil: De focus op potentieel en symboliek kan ervoor zorgen dat fundamentele mechanische vereisten of praktische data worden genegeerd.
4. Van Spierketens tot Zicht: De Verborgen Details die Prestaties Bepalen
Optimale prestaties zitten in details die we vaak over het hoofd zien. Een cruciaal onderscheid is de voorkeur voor fijne motoriek versus grove motoriek. Schaatsers die organiseren vanuit fijne Motoriek bezitten een uitzonderlijk tactiel gevoel en kunnen minieme micro-correcties uitvoeren met hun voeten. Degenen met een voorkeur voor Grove Motoriek organiseren hun kracht vanuit de grote spierketens (romp, heupen), wat resulteert in een massale, explosieve en brede afzet. Geen van beide is 'beter'; het zijn twee verschillende, neurologisch efficiënte oplossingen voor hetzelfde probleem. Conclusie: Luister Naar Je Lichaam. De boodschap is duidelijk: de weg naar topprestaties is geen eenrichtingsverkeer. Het gaat niet om het kopiëren van een idool of het blindelings volgen van een coach, maar om het begrijpen en respecteren van de unieke blauwdruk van je eigen lichaam. Door te werken mét je natuurlijke voorkeuren in plaats van ertegenin, ontgrendel je niet alleen meer snelheid en efficiëntie, maar ook meer plezier en een duurzamere sportcarrière. De ware kunst van coaching en zelfverbetering ligt in het personaliseren van de aanpak. De antwoorden liggen niet in een handboek, maar in het lichaam zelf.
1.0 Introductie: ActionType®-benadering bij therapie en sport
De ActionType®-benadering, gebouwd op het fundamentele werk van Carl Gustav Jung en verder ontwikkeld door pioniers als Bertrand Théraulaz, Ralph Hippolyte en Peter Murphy, biedt het noodzakelijke raamwerk om een geïndividualiseerde filosofie in de praktijk toe te passen. Het werkt volgens het kernprincipe van synergie tussen de cognitie, emoties en motorische vaardigheden van een mens. Door deze onderling verbonden elementen in kaart te brengen, kan een coach of therapeut instructies op maat geven die resoneren met de patient of speler, waardoor hun technische en mentale ontwikkeling drastisch wordt versneld en herstel na blessures vlot verloopt.
De geloofwaardigheid van dit model is goed gevestigd. ActionType® is in de loop van drie decennia geëvolueerd door vele tests met duizenden atleten en is een bewezen onderdeel van de elitesportwetenschap. De opname ervan in het NOC*NSF coach-curriculum in Nederland en de succesvolle toepassing ervan in het professionele voetbal onderstrepen de status als toegepaste wetenschap voor prestatieverbetering.
2.0 De 4 motorische profielen en hun cognitieve kernmerken: hoe begrijpen ze de aangeboden informatie in de praktijk en op het veld.
Om een team effectief te managen, moet een coach eerst de verschillende cognitieve en besluitvormingsvoorkeuren van elke speler begrijpen. De vier functionele groepen – ST, SF, NT en NF – bieden de strategische blauwdruk voor dit begrip. Deze profielen bepalen hoe spelers het spel waarnemen, instructies verwerken, cruciale beslissingen op het veld nemen en wat hen fundamenteel motiveert. Het herkennen van deze verschillen is de eerste stap naar het optimaliseren van individuele prestaties en teaminteractie.
Effectief coachen vereist het differentiëren van instructies over drie cruciale, onderling verbonden assen die de basis vormen van het profiel van een speler. De eerste zijn de Cognitieve Assen, die bepalen hoe een speler informatie verwerkt (Sensing vs. iNtuition) en beslissingen neemt (Thinking vs. Feeling). De tweede is de Motorische As, die de natuurlijke en meest efficiënte bewegingspatronen van een speler bepaalt. Ten slotte vertegenwoordigt de Motivationele As, gedefinieerd door de Deep Motivational Drivers (DMDs) van een speler, hun fundamentele "startmotor" voor actie en toewijding. De vier profielen die volgen, zijn een synthese van deze assen en bieden een praktische gids voor het cognitieve DNA van uw team.
2.1 Het ST Profiel: De Pragmaticus
Sporters met een ST (Sensing/Thinking) profiel zijn geworteld in de realiteit en logica. Ze zijn betrouwbaar en waarderen structuur, waardoor ze betrouwbare uitvoerders zijn van een goed gedefinieerd spelplan.
Primaire Focus: Feiten en Gegevens. Ze zijn het meest bezig met wat echt, objectief en bewezen is.
Informatiebehoeften: Vereist realistische, praktische en objectieve informatie. Ze gedijen bij duidelijke processen en willen het systeem begrijpen.
Logica voor Besluitvorming: Vertrouwt op onpersoonlijke analyse en vastgestelde processen. Beslissingen worden genomen op basis van logische gevolgen en efficiëntie.
2.2 Het SF Profiel: De Harmoniseerder
Sporters met een SF (Sensing/Feeling) profiel zijn ook gericht op concrete feiten, maar ze filteren deze informatie door een lens van persoonlijke waarden en relationele impact. Zij zijn de sociale lijm van het team, gemotiveerd door harmonie en collectief succes.
Primaire Focus: Feiten en Waarden. Ze houden rekening met de concrete details naast de meningen van mensen die ze respecteren.
Informatiebehoeften: Vereist specifieke feiten geleverd met persoonlijke warmte en een vriendelijke, sympathieke stijl.
Logica voor Besluitvorming: Vertrouwt op persoonlijke waarden en de impact van een beslissing op andere mensen. Ze geven prioriteit aan teamsamenhang en relaties.
2.3 Het NT Profiel: De Strateeg
Sporters met een NT (iNtuition/Thinking) profiel zijn conceptuele en analytische denkers. Ze worden gedreven om de onderliggende patronen en mogelijkheden van het spel te begrijpen, voortdurend op zoek naar een ingenieuzere of effectievere strategie.
Primaire Focus: Mogelijkheden en Gegevens. Ze zijn het meest geïnteresseerd in systemische patronen en theoretische modellen.
Informatiebehoeften: Vereist logische en ingenieuze concepten geleverd door onpersoonlijke analyse. Ze willen het "waarom" achter de strategie begrijpen.
Logica voor Besluitvorming: Vertrouwt op logische en systematische analyse van patronen om de resultaten te maximaliseren. Ze negeren details die niet in het grotere strategische plaatje passen.
2.4 Het NF Profiel: De Visionair
Sporters met een NF (iNtuition/Feeling) profiel worden gedreven door een visie op wat zou kunnen zijn en een diep gevoel van persoonlijke waarden. Ze worden gemotiveerd door persoonlijke groei, potentieel en het bijdragen aan een zinvolle zaak.
Primaire Focus: Mogelijkheden en Waarden. Ze worden geïnspireerd door een meeslepende visie en communiceren via metaforen en symbolische taal.
Informatiebehoeften: Vereist een enthousiaste en inzichtelijke leveringsstijl die aansluit bij hun persoonlijke waarden en hen inspireert tot een groter doel.
Logica voor Besluitvorming: Vertrouwt op persoonlijke waarden en het potentieel voor groei. Ze zijn gericht op mensen en hoe ze hen kunnen helpen zich te ontwikkelen.
De volgende alinea biedt een snelgids om deze kernspelersprofielen te helpen identificeren en ermee te communiceren tijdens training en competitie:
Profiel Primaire Focus Voorkeursinformatie Optimale Coachingsstijl
ST Feiten, Gegevens Specifieke feiten; kan patronen negeren Praktisch en Zakelijk, Onpersoonlijke Analyse
SF Feiten, Waarden Meningen van specifieke mensen; kan harde gegevens negeren Sympathiek en Vriendelijk, Persoonlijke Warmte
NT Mogelijkheden, Gegevens Systematische patronen; kan details negeren Logisch en Ingenieus, Onpersoonlijke Analyse
NF Mogelijkheden, Waarden Symbolen, metaforen; kan praktische gegevens negeren Enthousiast en Inzichtelijk, Persoonlijke Warmte
Deze wijze van benaderen van een sporter en in het werken in de osteopathie- of fysiotherapie praktijk niet verschillend. Hoe leg je als behandelaar uit wat je doet en hoe geef je aan waarom je bijvoorbeeld de ene patient een diepe squat laat doen en de volgende juist niet? Voor meer info kijk ook op www.actiontypes.nl. Naslagwerk: TotaalcoachenXL.
Jeroen van Duursen, 30 november 2025
